Viet Nam 2005
Door Marco de Bock.

[ << ] [ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ >> ]
Zondag 6-2-2005 (dag 2)

Om 10.00 uur -in Nederland is het dan 4.00 uur- komen we na 16 uur vliegen gaar, maar wel gezond, aan in Ho Chi Minh City, oftewel Sai Gon (Saigon). Voor het vliegveld staan honderden mensen te wachten. Op ons? Wat een ontvangst! Helaas. Het is over enkele dagen Tet, de driedaagse nieuwjaarsviering. Veel Vietnamezen in het buitenland vieren dit samen met hun familie in het vaderland. En dus staat de gehele familie klaar om ze op te halen. Familie is belangrijk hier.

Een warm onthaal voor hun dus. Voor ons ook, maar dan qua temperatuur. Het is circa 30 graden. We worden netjes opgehaald door reisleider Bas. En we ontmoeten de laatste onbekenden van de groep. We zijn in totaal met 20.

Druk Druk Druk De reis van het vliegveld naar het hotel maakt ons ''n ding gelijk volstrekt duidelijk. Sai Gon is DRUK, DRUK, DRUK. Met brommers. Te veel om te tellen. Het verkeer is een TOTALE chaos. Kort samengevat: het is als spaghetti dat zich vlecht en ontvlecht. Gouden regel volgens Bas: bij het oversteken blijven lopen en goed opletten. Zo doen de Vietnamezen het ook (gemiddeld drie per dag kunnen het niet navertellen).

Na het gebruikelijke praatje van de reisleider in het ronddraaiende restaurant van het hotel, gaan Erik en ik de straat op. Oefenen met de gouden regel van Bas. Ach, na een uur weet je niet beter meer.

Tijdens onze lunch in een Vietnamees zaakje -uitstekend soepje!- hebben we gelijk al weer aanspraak. Van de bediening. We kunnen het verhaal van de jongen niet helemaal volgen -nogal lawaaierig op straat- maar het gaat o.a. over geldelijke ondersteuning voor hem. Tja, dat kennen we al vanuit Laos. We blijven vriendelijk knikken en dooreten, totdat hij het opgeeft. Wij geven onszelf nog een opkikker: Vietnamese koffie, op tafel gezet. Een soort senseo, maar dan zonder pad en sterker. Lekker!

's Avonds eten we met ons allen. Bas laat een aantal gerechten aanrukken: soep, loempia's, zelf te vullen en op te rollen rijstbladen, een rijstgerecht en fruit. Het wordt saai, maar alweer lekker. En een leuk gesprek met Bas -die in Thailand woont- over verschillen tussen Thai, Laotianen en Vietnamezen. Vietnamezen zijn toch iets directer dan de andere twee volkeren. Bij vertrek bedanken we het aardige meisje van de bediening. Ze is stom, maar uit haar gebaren begrijpen we dat ze zich afvraagt of we ... - ja daar komt ie, een bekende voor de lezers van ons reisverslag Laos/Cambodja- broers zijn. Neen. Dat schijnt ze jammer te vinden.

Moe, maar voldaan is het dan slapen gaan.

Maandag, 7-2-2005 (dag 3)

Vandaag duiken we echt onder in het verkeer van Sai Gon: we laten ons door de stad fietsen. Het wordt een hele optocht met 20 fietstaxi's door de stad. Onze 'chauffeurs' dragen allemaal een geel T-shirt. Je merkt nu pas hoe krankzinnig druk het is. Toch is het bijzonder amusant om er middenin te zitten. Een echte belevenis.

Chinese Tempel We bezoeken een aantal zaken in de Chinese wijk Cho Lon. Zoals een tweetal tempels: de Chua Pho Mieu en de Nghiu An. Ook wel respectievelijk Chua Ba (vrouwenpagode) en Chua Ong (mannenpagode) genaamd. Daar draait het allemaal om offers brengen en geluk. Bij de vrouwenpagode krijgen we ook een geluksenvelop van de tempel organisatie. Het bevat een laag geldbedrag (1000 Dong, 1 EURO = 20.000 Dong). Bij je te houden voor geluk. Onze tijdelijke gids vertelt ons veel over de wijk en ook iets over zijn eigen verleden. Zo is hij tijdens de Vietnamoorlog meerdere keren gewond geraakt door bomscherven. Buiten de vrouwenpagode kun je vogeltjes loslaten, tegen betaling natuurlijk. Door gevangen beesten los te laten stijg je in het Boeddhisme een trede op de ladder naar het Nirvana. Wel handig als je de dag ervoor vlees hebt gegeten en daardoor een trede bent gedaald.

De Chinese wijk bevat veel zaakjes waar allerlei dingen te koop zijn die de gezondheid zouden bevorderen. Zoals gedroogde haaienvinnen, Cobrawijn (met een -dode- Cobra erin), gedroogde hertenpenissen en nog veel meer wat het hartje zou kunnen begeren. De grote Chinese markt -Cho Binh Tay- is een genot voor ogen en neus. Wat een uitstalling aan eten en allerlei spulletjes.

Tijdens de rit terug naar het hotel zien we aan de kant twee lege lijkwagens. Dit zijn kleine vrachtwagentjes waarop de doden mooi opgemaakt door de stad worden gereden naar de begrafenis. Volkomen vreemden worden tijdens een rit ingehuurd om in de stoet mee te lopen en veel te huilen. Hoe meer gehuil, des te beter voor de dode. Volgens Bas mag er nu evenwel niet worden gestorven zo vlak voor Tet. Dus als het niet goed gaat met Opa, dan moet deze nog even volhouden tot na Tet. Sterven tijdens Tet brengt namelijk ongeluk. Iets anders valt nog op in het straatbeeld: veel vrouwen hebben handschoenen aan en doekjes voor het gezicht. Dit is ter bescherming tegen de zon. Hoe witter hoe mooier hier.


Nederlanse Krant in Vietnamees Museum 's Middags bezoeken Erik en ik het War Remnants Museum. Maar eerste een broodje van de straat: stokbrood belegd met groente, varkensvet, saus en nog wat. Lekker! In het museum wordt de Vietnamoorlog uit perspectief van de Vietnamezen weergegeven. Het is natuurlijk allemaal al bekend, maar de vele foto's en verhalen over wat de Amerikanen hebben uitgehaald maken toch veel indruk. Een voorbeeld: miljoenen liters chemische rotzooi is er over dit land uitgestrooid. Een enkele foto doet de maag omdraaien.

Een late lunch in een duurdere zaak leert ons weer wat over Vietnam. Een uitgebreide kaart zegt niet veel: twee keer hebben ze niet wat we bestellen. Maar we krijgen wel elke keer een gratis glas ijsthee. We nemen aan dat dit ter compensatie is voor afwezigheid van het bestelde. Saving face? Zeker weten we het niet, want navraag levert alleen een verlegen glimlach op. Tja, het Engels is niet overal even goed.

De dag wordt gecomplementeerd met een etentje voor twee in de backpackersbuurt. Prima gerechten en ge'nteresseerd personeel (leuke boys) in mijn sigaar. Met gevolg dat ik er gelijk drie kwijt ben. Eigen schuld, ik bied het zelf aan.

Dinsdag 8-2-2005 (dag 4)

Het is vandaag Oudejaarsdag. Geleidelijk aan zal alles vroeger dichtgaan. Blijft er nog wat open om 's avonds te kunnen eten? Afwachten maar. Het ontbijt in het hotel begint in ieder geval goed: Happy New Year muziek en ABBA. Samen met stokbrood en soep. Buiten is het ondertussen al 25 graden. Wat wil een mens meer.

Om 8.00 uur vertrekken we naar de Cu Chi tunnels, ongeveer 1,5 uur rijden van Sai Gon. Eenmaal daar aangekomen komen we veel te weten over ...: Hoe tijdens de Vietnamoorlog Amerikanen 's nachts in hun basis werden neerschoten zonder dat ze begrepen hoe. Ze hadden niet in de gaten dat onder de VS-basis en in de omgeving van Cu Chi honderden kilometers tunnels lagen. Tunnels waarin de Viet Cong zich verborgen hield en ook leefde. Nauwe tunnels, op verschillende niveaus. We zijn in er ''n geweest: 80 cm hoog en 50 cm breed. Dat is eeeerg nauw!! Ook hebben we een dug-outhole geprobeerd. Ik kom er met mijn heupen nog wel in, maar met mijn brede schouders lukt het niet. Verder krijgen we allerlei vormen van boobytraps te zien: veel ijzeren pinnen die op verschillende manieren in de jungle waren verborgen. Er moeten toen veel Amerikanen zijn gespietst.

Het geplande bezoek aan de Cao Dai tempel gaat helaas niet door. I.v.m. Tet is er een speciale ceremonie die niet voor buitenstaanders toegankelijk is. Jammer. Ik had wel willen weten hoe een mix van Boeddhisme, Tao'sme en Confucianisme eruit ziet. We hebben hierdoor een extra middag in Sai Gon. Ook leuk. Wat rondlopen, oude gebouwen bewonderen, langs de Sai Gon rivier slenteren en genieten van de relatieve rust. Heleboel mensen zijn al naar huis i.v.m. Tet. Voordat we aan deze wandeling beginnen kunnen we nog net ergens een lunch krijgen. Als we klaar zijn gaat de zaak -om 15.00 uur!- dicht.

We houden van het bekende, dus we gaan weer in het tentje van gisteren eten. Het is gelukkig open. Weer prima eten en wederom een sigaar kwijt. Blijkbaar was ik gisteren een personeelslid vergeten. Na het avondeten genieten we na op het terras van het ronddraaiende restaurant boven ons hotel. Daar willen we de jaarwisseling afwachten. Zou er vuurwerk zijn? Vuurwerk is er, maar van een iets andere soort. Na drie kwartier komen enkelen van ons reisgezelschap bij ons staan. Zitten gaat niet, ons tafeltje is te klein en er zijn geen stoelen meer. Dus op de balustrade zitten maar. Een van de zes zit daardoor zowat bij de buren op schoot. Deze vinden dat niet leuk. Ze vinden ook de luidruchtigheid van ons reisgezelschap niet leuk. Wij ook niet. Dus het echte vuurwerk afwachten -mooi- en dan wegwezen. Naar bed.

[ << ] [ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ >> ]