Dinsdag, 15-2 (dag 11) Wat een heerlijk ontbijt deze ochtend in het hotel: appel- en banaanbeignets, pannenkoeken, stokboord. Wat een feest. Ook wel nodig want we gaan met ons allen fietsen in de omgeving van Hoi An. Leuke rit langs watertjes, huisjes, rijstvelden en aardige mensen. Minder aardig zijn al die verkopers die tijdens onze koffiestop -en niet alleen vandaag, maar ook op andere dagen- proberen hun waar te slijten. Zouden ze een SMS-je hebben gekregen dat we er zijn of ruiken ze het? Geef ze maar eens ongelijk.
's Middags brengen we met ons twee'n in Hoi An door. Hoi An is een alleraardigst stadje, met veel toeristen (backpackers en bejaarden) en een bijbehorende hoeveelheid restaurantjes en souvenirwinkels. En met redelijk wat oude gebouwen. Nieuw voor ons. In de steden tot nu toe hebben we niet veel oude gebouwen gezien. Lunchen kunnen je hier dus prima. Voor ons muesli, met vruchten en yoghurt en een fruitshake. Na een spijsverteringswandeling gaat Erik op bed liggen en ik naar het zwembad toe. Daar wordt ik snel opgeroepen om met Ko en Diane -de kinderen van Joke en Johan- Tai Do en een bal mee te spelen. Gelukkig is er later nog wat tijd over voor een sigaar en een goed boek. Het avondeten is wederom niet te versmaden. We worden door een Engels sprekend meisje op een leuke manier een restaurant aan de rivier ingepraat. En genieten van de locale specialiteiten: witte roos (deeglapje in de vorm van een roos met een garnaal in het midden), en diverse vormen van Won Ton (in de soep en gebakken) en Noodels. Met een fles Delatwijn natuurlijk. Later genieten we elders nog van een cocktail, samen met Cobie en Max. Een Champa Whispers voor mij, wel zo toepasselijk in het gebied van het voormalige Champarijk. Woensdag, 16-2-2005 (dag 12)De cocktail is Erik niet goed bekomen. Hij had al wat blupjes in maag en darmen -evenals ik- maar voelt zich nu echt niet lekker. Hij blijft in bed uitrusten. Ik ga samen met het merendeel van de groep naar My Son, Viet Nam's belangrijkste Cham plaats. My Son was het religieuze en politieke centrum van Champa in de 4e-13e eeuw na Christus. De meeste tempels zijn gewijd aan Shiva en de koningen van Champa. Helaas is er niet heel veel meer over van de tempels. Hier en daar kun je nog wel zien dat het hier vroeger prachtig geweest moet zijn. Prachtig is in ieder geval de traditionele dansvoorstelling die we voor de wandeling te zien krijgen. Aanvankelijk -tijdens het muziek maken- lijken de jongens en meisjes er niet zoveel zin in te hebben. Maar zodra ze gaan dansen, breekt de Cham los. Na terugkomst in het hotel blijkt het met Erik beter te gaan. Ter verdere bevordering van de gezondheid is het tijd voor een goede lunch: muesli, vruchten en yoghurt. Maar, pas na een kleine omleiding. Een meisje op straat wil ons de nieuwe shop van haar moeder laten zien en deze zou vlakbij zijn. Vlakbij blijkt een relatief begrip. Na vijf minuten komen we erachter dat het om een naaiatelier gaat -een van de velen hier- en dat het nog vijf minuten verderop zou zijn. Daar hebben we geen zin in. We bedanken. Teleurstelling is het gevolg. Tijdens de wandeling met het meisje krijgen we weer de gebruikelijke vragen voorgeschoteld: hoe oud we zijn, of we broers zijn, hoe we heten, of we getrouwd zijn en of we kinderen hebben. Het begint tot ons door te dringen dat dit gewone vragen zijn in dit land waar familiebanden zo belangrijk zijn. Daarom worden ze ook gerust aan volkomen vreemden gesteld. Na de lunch lopen we nog wat rond in dit souvenirparadijs en kopen een paar kleine dingen. Daarna is het uitrusten voor Erik en het zwembad voor mij: zwemmen, sigaar paffen en lezen. En zo meteen avondeten. Waar nu weer? Keuze teveel! We moeten het dit keer doen met: vis, knoflook doordrenkte groente, krabaspergesoep, wijn en chocolade-ijs en elders een Champa Whispercocktail. Wat een leven! Donderdag, 17-2-2005 (dag 13)
Eerst een bezoek aan de vijf marmeren heuvels -Ngu Hanh Son- die staan voor metaal, hout, vuur, aarde en water. Vroeger werd er marmer uit deze heuvels gewonnen, tegenwoordig is het een toeristenplek. Met veel winkeltjes die duizend en ''n marmeren voorwerpen verkopen (gemaakt van marmer uit Noord Viet Nam). Je wordt dan ook van alle kanten uitgenodigd om vooral even binnen te komen kijken. Johan en Joke kopen een beeld voor in de tuin (a $ 950). En laten het per schip opsturen. Een bezoek aan de marmeren heuvels betekent een steile heuvel oplopen (de waterheuvel), afdalen in grotten -door zeer smalle openingen- en pagodes, tempels en Boeddhabeelden bewonderen. Mooi allemaal, wel warm en vochtig. Bij ''n tempel is er nog een toegift: de muziekmonnik. Een slimme monnik heeft gezangen op CD opgenomen en verkoopt de CD's voor $ 3,= per stuk. Volgens Bas kosten de CD's voorheen $ 2,= per stuk. Maar ja, je hebt als monnik in de gaten dat de toeristen het wel kunnen missen en een dollar meer maakt niet veel uit. Dus, omhoog die prijs. In Hue zijn we nog lang niet. Eerst nog een bezoek aan het Chammuseum in Da Nang. Veel beelden uit de Champeriode en een museumwinkeltje waar Erik en ik -nou ja, vooral ik- een leuk lak(werk)paneel zien. Simpel gezegd: een schildering op hout en met lak afgewerkt. Een specialiteit van Viet Nam. Ik kan het niet weerstaan. $ 200 armer, maar wel een mooi lakwerk -met zee, zon en bootjes- rijker haasten we ons naar de bus. De rest wacht al op ons. Niemand die het erg vindt. Dan is het tijd voor de Deo Hai Van pas, oftewel de 'Pass of clouds'. Met de wolken valt het wel mee, wel is het wat heiig. Het maakt het uitzicht iets minder spectaculair.
Hue is duidelijk geen eetstad zoals Hoi An. Geen overvloed aan leuke eettentjes. We nemen genoegen met een ambiance van tl-verlichting en plastic stoelen -typisch Vietnamees- en nemen hot pot. We krijgen een grote bak met water verhit door een brander eronder. Daar koken we het rundvlees in en dit wikkelen we samen met groente in een rijstblad. Eten maar. Prima! Wel oppassen voor de haren op de armen en op de ogen als de ventilator weer lucht onze kant opblaast. |
|