Vrijdag, 18-2 (dag 14) Weer lekker om 5.30 uur opstaan. Na de gebruikelijke rituelen -ontbijt etc.- op weg naar onze boot die ons naar de Thien Mu Pagode (uit 1601) en later naar de Tombe van Tu Doc (uit 1864) zal brengen. Leuk breed bootje, tegelijkertijd onze eigen floating market. De bootvrouw biedt allerlei zijde artikelen te koop aan. De oogjes en portefeuilles van enkele vrouwelijke groepsleden beginnen te branden. Er wordt dan ook gekocht. Pagode en tombe zijn aardig, maar vooral bij de tombe ook (veel) verval. De tombe is overigens een complex met gebouwen, waaronder de feitelijke tombe van de Nguyen vorst Tu Doc. Tu Doc heeft het geheel zelf laten bouwen en heeft er ook nog gewoond. Gek idee, in je eigen tombe wonen. Amper zitten we weer in de bus -met de boot terug zou te lang duren- of we ontwaren een enorme hoeveelheid monniken. Dat zie je hier niet vaak! Wat blijkt: een beroemde monnik is na een verblijf van 40 jaar in het buitenland teruggekeerd naar Viet Nam. En reist allerlei tempels af. Weer terug bij het hotel weet het restaurantje nabij niet wat het overkomt. Druppelsgewijs krijgt het 20 blanke toeristen te eten. Wij dus. We hebben haast want we moeten zo naar het vliegveld voor onze vlucht naar de hoofdstad, Ha Noi (Hanoi). Het lukt ze prima, ondanks dat het Engels niet geweldig is. Gelukkig is er wel een Engelse menukaart om duidelijk te maken welke heerlijkheden -want dat zijn het- ze hebben. Onze vlucht van 45 minuten brengt ons naar een veel kouder Ha Noi. 20 graden. Brrrrr. Snel een trui aan (het zal erger worden!!) Eten doen we met ons twee'n in het zogenaamde cyclo-restaurant. Waar je in cyclo's (fiets-taxi's) zit, als ze niet allemaal bezet zijn. Voor ons is er een tafeltje vrij op de binnenplaats. Ook goed. Daar hebben ordinair geschranst. Voor wel 550.000 Dong (EUR 28) aan eten en drinken weggewerkt! Veel voor hier. Wel overheerlijk. Zaterdag, 19-2 (dag 15)Het is weer fris. Zeker als je in een fietstaxi zit. In een colonne van 22 fietstaxi's maken we een rondritje van een uur door de zogenaamde oude wijk van Ha Noi, de 36 Pho Phuong. Leuk ritje, maar de jas had wel mee gemogen. Een trui is net niet genoeg. Tegen het einde van de rit blijken onze chauffeurs toch snel te kunnen fietsen. Het slakkentempo wordt verhoogd tot sneltreinvaart om op tijd bij het Ho Chi Minh mausoleum te zijn. Ofschoon Ho Chi Minh -de vader des vaderlands, bevrijder van de Fransen en strijder tegen de Amerikanen- niet gebalsemd wilde worden is dit toch gebeurd. Hij werd en wordt namelijk als held vereerd. Om het mausoleum in te mogen moet je wel wat doen: geen rugzakken op, geen mobiele telefoons bij je, netjes gekleed, je mond houden en niet bij ome Ho stilstaan. Max is vergeten zijn zakmes af te geven. De bobbel in de broek wordt ontdekt -er lopen veel broekzakbekijkers rond- en Max wordt wit wegtrekkend uit de rij gehaald. Hij mag het mes bij zich houden. Ome Ho is immers al enige tijd dood (sinds 1969).
Om 22.00 uur vertrekken we met ons allen met de nachttrein naar Lao Cai, een plaatsje in het Noord-westen van Viet Nam grenzend aan de Chinese grens. Zondag, 20-2 (dag 16)De reis begint als een spannend boek. Met de trein!! Het spannende boek verandert al snel in: (1) gedeng gedeng gedeng (trein op rails), (2) Russische verwarming in de slaapcoupe die we delen met Max en Cobie. Dat betekent: veel verwarming die je niet kunt reguleren. Gratis sauna dus en (3) niet veel slapen. Maar, de wijn doet ons goed en het is toch wel leuk.
Later toch nog maar even wat rondlopen op de markt. Veel Hmong minderheden in traditionele klederdracht die veel proberen te verkopen en je soms blijven achtervolgen. Beste strategie: niet laten zien dat je naar de handelswaar kijkt. Zoals reeds gezegd, het is koud. En het vervelende van deze koude is dat het een vochtige is. Het dringt in alles door. Voorts is er in het hotel, de restaurants etc. geen verwarming (op 2 kleine straalkacheltjes in onze hotelkamer na). Het eten met Max en Cobie in de pizzeria is gezellig, alleen wel de jas aanhouden. Alleen, waarom koelt die pizza toch zo snel af? Omdat de houten plank eronder ijskoud is, c.q. wordt verwarmd door de pizza. Ach, het heeft wel wat voor een keer. En met een kop thee tussen de benen wordt het ook weer even warm. Maandag, 21-2 (dag 17)Erik is vandaag jarig, maar voelt zich niet zo lekker. In de ochtend blijft hij achter in bed (de enige warme plek in geheel Sa Pa). Ik ga met de rest van de groep wandelen. Eerst met jeeps naar het dal en daarna wandelen door een erg mooi landschap: heuvels, rijstvelden op plateaus, dorpjes van minderheden, allerlei rondlopende beesten. We hebben nu -omdat we in het dal zijn- meer zicht dan in Sa Pa: een halve kilometer. En het is niet zo koud. In het eerste Hmong-dorpje worden we besprongen door verkoopvrouwtjes met zelfgemaakte en zelf geverfde (indigo) kleden. Enkelen van ons kopen wat. In het tweede dorpje verzamelt zich een hele kinderschare om ons heen: gids Tai Do en Diane delen koekjes en snoepjes uit. Ook Toon slaat aan het uitdelen: allerlei schoolartikelen worden bij het schooltje afgegeven. Het valt in goede aarde. Erik is na terugkomst van de wandeling weer opgeknapt. Samen met Cobie, Max, Corrie en Toon genieten we van een heerlijke lunch: tomatensoep en tosti! Tot ons vertrek naar Lao Cai -voor de nachttrein naar Ha Noi- brengen we door met koffiedrinken, nog wat rondlopen en klaverjassen. Het laatste naast een stoofje in het hotel. Om 18.30 uur arriveren we in Lao Cai. Niet veel later is er een verrassing: taart voor Erik. Heeft Bas voor gezorgd. Taart met een verhaal. De bakkerij had eigenlijk geen taart over. Met wat extra geld kwam er wel taart beschikbaar: de naam weghalen die erop stond en vervolgens Erik erop zetten. Zo gaat dat hier. De persoon voor wie de taart bedoelt was zal er nog wel op wachten. Dinsdag, 22-2 (dag 18)Dit keer is het koud in de nachttrein, i.p.v. warm zoals op de heenreis. We doorstaan het. Na aankomst in Ha Noi stappen we gelijk op onze bus voor de rit naar de paalwoningen van May Chau. In Ha Noi kunnen we twee opengesneden varkens op een brommer bewonderen. Zo gaat dat vervoer hier. De rit naar May Chau -Zuidwest van Ha Noi- is weinig opwindend. Wederom veel mist. Na aankomst in May Chau blijkt dat ze bij de paalwoning -van de minderheid de Witte Tai- waar we met zijn allen in ''n ruimte zullen overnachten, geen warme douche hebben. Dan maar een koude. Het douchen zelf is vervelend, het gevoel erna heerlijk.
We hebben de smaak van het klaverjassen te pakken. Leuk tijdverdrijf tijdens het wachten op het eten. En wat voor eten. De familie waar we overnachten, kookt heerlijk voor ons, zowel wat betreft de lunch als het avondeten. Een selectie uit de gerechten: gevulde tomaat, stukjes krokant varkensvlees, rijst en soep. Na het eten worden we in onze eigen slaapzaal getrakteerd op een traditionele dansvoorstelling. Aardig, maar -verwend als ik ben- ik heb betere gezien. Na de voorstelling moeten we even meedansen. Dat gaat nog wel. Lichtelijk g'nant wordt het pas als we liedjes moeten gaan zingen voor de danseressen (als tegenprestatie). Woensdag, 23-2 (dag 19)Vandaag keren we weer terug naar Ha Noi. Om de koffer op te halen. Deze hebben we vier dagen moeten missen. Ze konden niet mee naar Sa Pa en de paalwoning. Met een rugzakje lukte het ook wel. Na de lunch vertrekken we naar onze volgende bestemming: Vinh Ha Long, oftewel de Halong baai (gelegen aan de kust, boven Ha Noi). Onderweg alweer mistig weer. Veel zien we dus niet. Halverwege stoppen we bij een bedrijfje dat lichamelijk gehandicapten in dienst heeft. Door de jongens en meisjes worden allerlei voorwerpen gemaakt: lakwerk, aardewerk, borduurwerk etc. Een jongen vraagt ons de oren van het hoofd: hij wil allerlei woorden in het Nederlands weten. In het hotel kunnen we ons voor het eerst sedert dagen weer een fatsoenlijk douchen (en later zonder kleding aan slapen). Wat knapt een mens daar van op. |
|