Prelude Net als gisteren ook vandaag -donderdag 25-3- nog druk bezig met de laatste dingen: stofzuigen, laatste spullen inpakken, planten water etc., wel in een wat rustiger tempo. Het laatste uur is er nog wat tijd om te lezen. De trein van 15.42 vertrekt op tijd en om 16.30 arriveren we op Schiphol. Nog ruim drie uur voor vertrek, even wat drinken en eten en sigaren inslaan. Begin van de avond komen we Jan en Corrie tegen en twee anderen -Nico en Vera- van het reisgezelschap. Althans dat was mijn vermoeden, navraag leert dat dit klopt. In het vliegtuig ontdek ik nog drie anderen: Suzanne, Chris met dochter Salie. Na 10 uur vliegen arriveren we op vrijdag net na het middaguur in Bangkok. Daar worden we opgewacht door iemand met onze tickets voor de vlucht naar Chiang Mai. Ondertussen is ook nummer tien -Bep- van het reisgezelschap ontdekt, dit keer door een ander. Het is weer wachten geblazen, want de vlucht vertrekt pas om 17.15 uur. Weer wat eten en drinken en slenteren. En ons verbazen over het vele personeel dat in het cafetaria staat. De vlucht naar Chiang Mai verloopt probleemloos en is na een uurtje al weer voorbij. Na door reisleider Sjon naar ons hotel te zijn gebracht -en enige informatie te hebben gekregen- gaan Corrie, Jan, Erik en ik op zoek naar een eettentje. Dit keer dus niet het gebruikelijke groepsdiner bij aanvang van de reis. We vinden een alleraardigst tentje en genieten buiten van een maaltijd waaronder een heerlijke kokossoep met kip (Tom Khaa Kai). Kip? Tja, volgens iedereen is de vogelpest voorbij. Hopelijk ben ik morgen niet ziek. Ook ijsblokjes nemen we tot ons. Zoals Sjon al zei: aan de rees ga je toch, ontzeg je jezelf dus niet teveel. Voor de maaltijd zijn we slechts 444 Bath (= 9 EURO) kwijt! Daarna is het bedtijd. Wel goed oppassen, het is namelijk druk op straat en warm. Zaterdag, 27-3-04 (dag 3)Dit is pas de eerste echte dag na aankomst gisterenavond op het vliegveld van Chiang Mai te Thailand. Qua vliegen liep alles gesmeerd. 10 uur naar Bangkok en vervolgens nog 1 uur naar Chiang Mai. De bommelding te Roosendaal en Amsterdam afgelopen donderdag gooide gelukkig geen roet in het eten voor de treinreis naar Schiphol. Vrijdagavond worden we afgehaald door onze reisleider. Oeps, een andere dan aangekondigd. Niet blabla, maar Sjon Hauser, een bekende schrijver met enkele boeken over Thailand en de Mekong rivier op zijn naam. Hij leeft al 20 jaar in Thailand en heeft -naar we later te horen krijgen- centjes nodig. Sjon later: 'Je moet wel gek zijn om met toeristen de Mekong af te dalen'. Tja dan wordt je reisleider. Het heeft wel iets. Sjon is nu in ieder geval nog wat zenuwachtig. Zaterdag te Chiang Mai (Thailand) dus. Bloody hot, het lichaam moet nog erg wennen is vooral slaperig, wil eigenlijk nog verder slapen. Niet doen.
In de namiddag bezoeken we de Wat Phra That Doi Suthep bergtempel. Met een soort tuk-tuk in een lekker tempo de bochten door! De tempel ligt namelijk iets te ver weg en ietsje te hoog. Onze tuk-tuk driver is wel blij met ons, want we spreken een goede prijs af voor een ritje heen en weer. Hij wil ons morgen ook wel rondrijden merken we aan het einde van de rit terug. Alleen, hoe maak je duidelijk dat je om 17.15 uur opgehaald wilt worden. Simpel, door je horloge op dat tijdstip te zetten en dat te laten zien. Er komt geen Engels aan te pas. Het tempelcomplex dateert van de 16e eeuw en is een soort heiligdom. Veel Thaise toeristen. Er zijn wat regels waar je je aan hebt te houden. Zoals: je netjes kleden, respect tonen, hoofd lager houden dan de Boeddha's etc. 's Middags genieten we van een heerlijke lunch in een restaurant voor de Thai. Geen toeristentent. Gelukkig spreekt een jongere bediende Engels. Voor het eerst probeer ik een papaya salade (Som Tam), scherp!! 's Avonds eten we -of als places- bij een Isra'li'r, prima! Kan Jan ook zijn Ivriet weer even oefenen. Gelukkig is Erik ondertussen weer bijgekomen van zijn allergieaanval van het Jackfruit dat hij net voor vertrek uit ons hotel had gegeten. Vinger in de keel helpt altijd. Het eten wordt gelardeerd door discussies over Boeddhisme, hoofdbedekking, over ergernissen in jezelf. Zonder Jan sluiten we af met een wandeling door de Night Bazar en scoren het eerste souvenir! Rieten placematjes! Zondag, 28-03-04 (dag 4)Gemeenteraadsverkiezingen vandaag. Zou daarom de ontbijtservice traag op gang komen? Wellicht zijn we met 07.00 uur ook iets te vroeg voor ons -verder alleraardigste - hotel. Vandaag vertrekken we naar Laos, eerst nog wat uurtjes door Thailand met onze 2 busjes voor ons reisgezelschap van 11 Nederlanders, inclusief de reisleider. Mooie route met interessante stops. Met als hoogtepunt een enorme dildo en vele kleineren. Again?? Nou, op het punt van waterscheiding tussen Noordelijk en Zuidelijk Thailand staat een enorme dildo ter verering van de godin Nang Keo. Wat zou een godin immers meer kunnen plezieren is de gedachte? Deze godin wordt vereerd omdat ze het land in deze streek beschermd. De overheid heeft nog een tijdje de abjecte objecten weggehaald onder het mom 'wat zouden de toeristen er wel niet van denken', maar dat op een bepaald moment maar opgegeven. Het uitzicht tijdens de rit is niet optimaal. Vanwege een vale sluier die over het land hangt, het blijkt dat het affakkelperiode is. Oftewel het land wordt langzaam afgebrand om het voor te bereiden op het regenseizoen. Het zal wel beter worden. Not!
Direct na aankomst in het hotel in het grensplaatsje rijdt de hoteleigenaar ons naar het dorpje (=Ban) Nanchang op zo een half uur rijden afstand. In veel stofwolken (geen asfalt), in een open truck. Het reizen is begonnen. Het verschil met Thailand is enorm. De dorpjes hebben kleine, houten huizen. Overal lopen beestjes rond, zoals kippen, varkens, honden en zwijnen. En kinderen, heel veel kinderen. Ouderen zie je veel minder. De gemiddelde leeftijd zal niet hoog zijn. Ban Nanchang is een Hmong-dorpje. Laos kent tientallen verschillende bevolkingsgroepen. De Hmong zijn afkomstig van de Chinezen. De vrouwen hebben geen wenkbrauwen en de mannen lopen traditioneel in het blauw rond. Het zou een inteeltdorpje zijn, met circa 35 families en 150 inwoners. Er zou niet buiten het dorp worden getrouwd. Of dat klopt? Geen idee. Lichamelijke afwijkingen zien we wel links en rechts. Armoede ook. Een erg eenvoudig leven hier. Wel gastvrij. We krijgen sterke drank -ruikt als pure spiritus- van het stamhoofd. Twee glaasjes moet je drinken: 1e keer op de gastheer, 2e keer voor je eigen geluk. We doen braaf mee en zijn daarna intern gereinigd. Gelukkig hadden we net ervoor een bodem van thee gekregen. Alleen waar komt het water vandaag? Uit flessen of uit de locale waterput? Afwachten maar. Foto's nemen mag volgens onze hotelbaas, maar niet iedereen van de stam kijkt even blij. Ik voel mij een indringer. Ben ik dat of ligt het aan mij? Zal er vaker mee te maken gaan krijgen. Bij vertrek laten we wat geld achter in de pot van het dorpsmuseum, een hutje van ca. 2 m2. Onze hotelbaas is een man vol verhalen. Voluit verteld hij over het geld in de familie van voor de communistische periode (sedert 1975), zijn studie aan de Sorbonne, de kosten van invoer van een auto (ruim 100% invoerbelasting), over zijn drie maandelijkse vakanties in Europa tijdens de regenperiode, de slechte wegen in Laos (regering is tegen import van ....) etc. Vermakelijk. Onze eerste groepsdiner in het grensplaatsje: kleefrijst, varkensvlees, vis, kip, sausen, groentes, meloen. Voor het eerst 'Beer Lao' geprobeerd. Uitstekend bier. Aan het begin veel stiltes, daarna veel discussie over normen en waarden en over (on)veiligheid in Nederland. Naar later zal blijken zijn toen de groepsverhoudingen gezet (niets dramatisch hoor!). Na het eten met Corrie, Nico en Vera nog gesprekken voor onze bungalow. Over fiscale vrijplaatsen, gebrek aan interesse van de jeugd in landbouw (Vera en Nico hebben een bollenbedrijf dat ze aan het afbouwen zijn. Ze kunnen geen koper vinden), scenario-denken, gezondheidszorg etc. Maandag, 29-3-04 (dag 5)Hemel, wat een snelle groep. Al ruim voor het afgesproken tijdstip van 8.00 uur staat iedereen klaar. Met ouderdom te maken (minder slaap nodig)? Wellicht. Erik en ik zijn namelijk de jongste. Op ons, de dochter van een echtpaar (44) en Corrie (48) na is iedereen 65+. Gelukkig allemaal zonder stok, rollator etc. Onze hotelbaas serveert een eenvoudige doch prima ontbijt -banaan, koffie, geroosterd stokbrood, gebakken ei en vruchtensap- en toont zijn ondernemerschap: hij heeft van alles en nog wat te koop bij de receptie annex ontbijtruimte. Boeken, kaarten, oud papiergeld etc. De gehanteerde wisselkoers verschilt per minuut dan wel per persoon. Jan krijgt voor 1 Bath 200 Kip en Vera 250.
Wat zo opvalt zo een dag? De vale verbrandingssluier natuurlijk, de vele goudzoekers langs de Mekong, de simpele dorpjes, de bergachtige natuur. Een dag niet al te veel doen. Fijn. Lekker warm ook. En we varen door het gebied van de Naga's, draakachtige watermonsters en beschermers van tempels. Tijdens de tocht krijgen we ook nog een en ander te horen van Sjon over het gebied en gebruiken. Zo groeten wij nogal eens met onze handen samengevouwen ter hoogte van het bovenste deel van de borst. Sjon verteld ons dat de hoogte van de handen de mate van respect aangeeft, dat je als toerist hoog op de ladder staat en dus je handen niet al te hoog moet houden. In Pakbeng komen we bij een hotel aan met zes kamers. Tezamen nog kleiner dan onze woonkamer van 45 m2. Toilet en douche aan de overkant van de weg. En ook een Mandie, een enorme ton met koud water. Water daaruit over je heen scheppen is soms nog beter dan klaarkomen volgens Jan. Veel simpeler kan het niet. We waren gelukkig gewaarschuwd. Corrie, Erik en ik lopen het dorpje door en slaan af naar een deel dat op de heuvel ligt. Simpele houten woningen op palen. We spreken een jongen aan. 'Mogen we rondkijken?'. Hij wil ons wel rondleiden. We komen in gesprek. Zo oefent hij zijn beperkte Engels. Voordat we het weten hebben toegezegd vanuit Nederland een ansichtkaart en een boek in het Engels op te sturen. Ter ondersteuning van een leergierige jongen. Toch wel mooi. Hij wil ons ook nog even zijn school laten zien. Maar daar zien we maar van af. Het wordt namelijk al donker en de school ligt op een half uur lopen van het dorp. Tijdens het eten met onze vrienden Jan en Corrie komen we wat meer van onze reisleider Sjon -die mee eet- te weten. Hij houd van dode slangen. Hij droogt ze en bewaard de huiden. Ik heb nu dan ook een visitekaartje met een stuk slangenhuid van een Sunbeam Snake. |
|