Laos-Cambodia 2004
Door Marco de Bock.

[ << ] [ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ >> ]

Dinsdag, 6-4-2004 (dag 13)

Jippie, vandaag lekker op om 05.15 uur. We vertrekken namelijk rond 06.30 uur naar het Bolaven Plateau, diep in het Zuiden van Laos. Een rit van ongeveer 12 uur. Het vroege tijdstip heeft een voordeel: we zien een optocht van bedelmonniken, die ook voor het hotel langskomen en daar wat eten krijgen van het hotelpersoneel.

In onze bus voor 45 personen rijden we door een niet erg gevarieerd landschap. Veel toettoet -soms zelfs met een snelheid van 120!- door een landschap gedomineerd door laagvlaktes en dorpjes. We voelen ons wel erg rijk: zo een grote bus voor 11 personen, terwijl busjes, trucks etc. die we onderweg tegenkomen vaak overvol zitten (incl. het dak).

Toch valt er nog wel wat te beleven. Enkele bijzonderheden van de Laotiaanse keuken die Sjon de reisleider bij een stalletje voor ons heeft geregeld: lotuszaadjes, gekookte bijeneieren, gebraden cicaden (een insect) etc. De Cicade leverde een kleine psychologische drempel op. ''n was dan ook genoeg voor mij.

Aankomst bij het Tad Vane resort op het plateau levert een magnifiek uitzicht op. Vanuit onze bungalow kijken we uit op een waterval die vele tientallen meters diep valt. Mooier kun je ergens niet arriveren.

Woensdag, 7-4-2004 (dag 14)

Bolaven Plateau, Tat Fane Resort Vandaag een wandeling van enkele uren in de ochtend naar een tweetal watervallen. Lekker lopen -langs o.a. koffie- en theeplantages- en mooie uitzichten. Alleen oppassen voor die vervelende wespen bij de lunchplek. Ze vinden mij iets te lekker ruiken. Sjon's ironische opmerking 'je moet de wespen niet uitschelden' wordt door mij dan ook niet echt op prijs gesteld. Verder oppassen dat we niet uitglijden. Tijdens de vorige reis heeft iemand een been gebroken! In de middag vrij. Wat lezen en sigaren paffen.

Intermezzo eten

Zoals reeds eerder gezegd kun je in Laos prima eten, maar wel simpel. Het eten is vaak wel scherp tot zeer scherp, maar ook weer niet elk gerecht. Basiselementen van een maaltijd zijn droge of plakrijst. Enkele bekende gerechten zijn tam som (een scherpe papaya salade), laap (een scherpe salade met geruld vlees of vis) en tom khaa kai (kippesoep met kokosnoot melk). Beroemd is het Beer Lao (Lao bier). En er is een pittig rijstdrankje: lao lao. Een paar aardige eetgewoontes. Soms krijg je eetstokjes bij het eten. Volgens de etiquette mag je dan gerust om bestek vragen. Krijg je evenwel bestek, dan is het not done om om eetstokjes te vragen. Je beledigd dan de gastheer, deze heeft immers reeds met je meegedacht. Plakrijst wordt geserveerd in een mandje met een deksel. Als je klaar bent wordt je geacht de deksel weer op het mandje te doen. Plakrijst eet je overigens met de hand.

Intermezzo normen, waarden, gebruiken etc.

In een ander land zijn is vooral observeren -en toepassen- hoe de dingen er gaan. Respect is hier erg belangrijk. Wees altijd beleefd en toon nooit kwaadheid, woede etc. Corrigeer nooit iemand waar anderen bij zijn. Geduld wordt zeer gewaardeerd, luidruchtigheid niet. Toon in het openbaar geen affectie. Laat nooit iemand je voetzolen zien! Dat is een belediging. Raak ook nooit iemands hoofd aan, het hoofd is het heiligste deel van het lichaam. Zorg voor een goede lichamelijke hygi'ne en draag schone kleding. Korte broeken voor mannen zijn o.k., zolang tot aan de knie. Mouwloze T-shirts worden niet gewaardeerd. Draag in tempels nooit schoenen en ga naar binnen via de hoofd(trap)ingang. Naar buiten mag via een andere weg. Houd het hoofd in tempels lager dan het hoofd van Boeddha en van de hoofden van Monniken. Als je Lao spreekt schijn je indruk te kunnen maken door personen op de juiste manier aan te spreken. Zo spreek je ouderen anders aan dan jongeren en hoger geplaatsten anders dan lagergeplaatsten. Als toerist is de bekende 'handenvouw voor de bost' en het uitspreken van Sabai Dee voldoende. De hoogte van de handen kun je vari'ren: hoe hoger, hoe meer respect je uit. Maar als toerist sta je redelijk hoog in de hi'rarchie, dus handen niet al te hoog.

Donderdag, 8-4-2004 (dag 15)

De reis wordt voortgezet. Nu met als bestemming het Don Khong eiland, onderdeel van de zogenaamde 4000 eilanden (gelegen in de Mekong in het Zuiden van Laos). Voordat we naar het eiland gaan rijden we iets verder door tot aan de grens met Cambodja. Daar gaan we in 2 kleine bootjes de Mekong op op zoek naar dolfijnen. Weinig dolfijnen, wel een schitterend landschap. En een lek bootje. De schipper van dit bootje heeft dan ook meer aandacht voor hooswerkzaamheden dan voor de zoektocht naar dolfijnen. Tijdens de boottocht brengen we een bezoek aan de restanten van de enige spoorlijn die Laos ooit heeft gehad. Niet veel spoor meer te vinden, wel de restanten van de stoomketel van een oude locomotief en een intacte enorme olieopslag terminal. En natuurlijk het enorme -en hoge- betonnen bouwwerk via welke ooit een oude oorlogsboot vanuit de Mekong naar boven werd gebracht. Om via de spoorlijn over het land naar een andere rivier te worden gereden. Dit alles vanwege niet te bevaren stroomversnelling in de Mekong nabij dit bouwwerk.

Na de boottocht bezoek aan de Knonephapheng waterval. Een indrukwekkend brede waterval. Wel erg toeristisch. Met veel eetstalletje en voor Laotiaanse begrippen forse prijzen. Wij bestellen een vissoepje. Het smaakt prima, alleen die vissekoppen erin hadden niet gehoeven. Als ik een foto van ons eetstalletje maak en vervolgens vraag om de afrekening (door met mijn portefeuille te zwaaien) ontstaat er enige verwarring. Wil hij nu onze dochter kopen? Giegel, giegel. Neen, dus.

Nog slechts ''n barri're te slechten voordat we op het eiland zijn: de Mekong. Het kleine pontje kan onze bus net aan. Wel moet het er even goed voor gaan liggen, anders komt de bus er niet op. Ons hotel op het eiland is een oud koloniaal huis. Wij hebben een wel erg mooie kamer: eerst een zitkamer, daarna pas de slaapkamer. Alles uitgevoerd in donker hout. Het ademend oudheid uit.

[ << ] [ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ 5 ] [ >> ]