Zaterdag, 19-4-2008 (dag 15) Mijn temperatuur is gezakt naar 38,0 'C en de Monte Carlo Race is herstart. Blijkbaar is de finish toch nog niet in zicht. Het wordt dus tijd voor Margriet's roze wonderpil, een soort combi van diacure en een antibioticum. Naar het blijkt zit een derde van de groep daar nu aan.
Al snel komt de witte gestalte van de Taj zelf in zicht. De aanblik is verbijsterend en ontneemt haast de adem. Niet voor niets zegt de reisgids 'Many have tried to sum up its beauty: 'A teardrop on the face of the world', 'The embodiment of all things pure''. Gedurende een kleine drie uur struimen we wat rond -of zitten we- om zo het geheel, en alle mogelijke details, vanuit allerlei invalshoeken te bekijken. Zonder meer het hoogtepunt van deze reis tot nu toe en -ja het klinkt pathetisch- het meest indrukwekkende gebouw ooit gezien. Minder, maar niet onverwacht, is dat we niet de enige bewonderaars zijn. Er zijn er veeeelen met ons. Erik mag van een Indische bewonderaar het dochtertje vasthouden zodat hij met haar op de foto kan voor pappa. Schattig! We laten de rest van Agra voor wat het is en keren terug naar het hotel. Uitrusten en de koorts wegkrijgen. Voor het avondeten dus: roomservice please. Uitstekend maal. Na nog even te genieten van enkele 'fanfares' (zie ook gisteren), gaan we slapen. Zondag, 20-4-2008 (dag 16)Vandaag zullen we met ons allen van 6.00-17.30 uur onderweg zijn naar de volgende bestemming, Khajuraho. Een plaatsje van enkele duizenden inwoners en bekend om zijn tempels met erotische afbeeldingen. Bij vertrek geen koffie en thee zoals verwacht, want de persoon die dit had moeten verzorgen is op een bruiloft. En bruiloften zijn heilig hier. Voor een Hindoe zijn er namelijk maar twee echt belangrijke gebeurtenissen: trouwen en sterven. En dat laatste bij voorkeur in Varanasi. Terug naar de koffie en thee: dat maken is werk dat niet zomaar iedereen mag doen, vandaar dat het andere beschikbare personeel ons niet van kan genoemde vloeistoffen kon voorzien (dit werkt echt zo alhier!). Al snel buiten Agra ontdekken we de eerste activiteit van Indi'rs in de ochtend: massaal met zijn allen poepen in de velden. Nu ja, ook weer niet rijgewijs. Het wordt een lange dag met veel gehobbel door een vlak en redelijk groen landschap en dropjes. Ik blijf mij verbazen over hoeveel Indi'rs en in een bus, in de laadbak van een vrachtwagen (of kleinere wagen), in een tutktuk en op het dak van een auto etc kunnen. Ook verbazingwekkend blijft overigens het aantal trucs van tuktuk-chauffeurs. Zo werden we gisterenochtend door ''n aangesproken met een ouwe-jongens-krentenbroodverhaal van 'Oh, ik zag jullie gisterenavond nog'. Lastig gezien het feit dat we toen niet buiten waren en wij hem hij zeker niet op onze hotelkamer hebben gezien. We genieten van een uitstekende Indische lunch in de vorm van een lopend buffet in Orccha. Een leuk -maar zoals overal, vol en druk- plaatsje met een fort. Tijd voor een korte wandeling is er ook nog, alhoewel die in deze hitte (rond de 40 'C) geen onverdeeld genoegen is. Ons hotel te Khajuraho is een verademing: groot en geen toet-toet of wat voor geluid ook van buiten te horen. En met een uitstekend avondbuffet. Voorts kunnen Erik en ik voor het eerst in de vakantie een cocktail tot ons nemen (hetgeen wel kan omdat mijn koorts is vervangen door verhoging). Een waar genot. Maandag, 21-4-2008 (dag 17)Om 8.15 uur stappen we met ons twee'n op de fiets voor een ritje naar Khajuraho, het kleinste dorp in India met een vliegveld. Dit vanwege de tempels. Ons -prima en luxe- hotel ligt namelijk net buiten Khajuraho. Een kort ritje in een landelijke -en rustige!- omgeving met een buitentemperatuur van tegen de 30 'C. Aangenaam. In het plaatsje ontbijten we bij een door de Lonly Planet aanbevolen zaakje. Prima curd met vers fruit, verse jus en een pannenkoek. De persoon die de bestelling opneemt -en de tafel afruimt, maar niet het eten brengt, dat is strikt kaste-gescheiden- vraagt of wij enkele ansichtkaarten willen meenemen voor iemand in Nederland die hij kent (had ooit in het zaakje gegeten). We gaan akkoord en zullen ze later ophalen. Het blijken drie kaarten en een begeleidend briefje in slecht Engels te zijn. Onschuldig. Doen we op de brievenbus in Nederland.
Onder de indruk van de tempels moet ik snel naar het toilet. Weliswaar is vandaag de zwart-wit-geblokte vlag van de finish gezwaaid ergo de Monte Carlo race is be'indigd. Als de massa evenwel in beweging komt, gaat dit met krampen gepaard. Het is ook altijd wat! Wel even snel mijn achterste met date insmeren, want het stikt van de muggen op het toilet. Erik onderhoud zich ondertussen met de 'waterboy' bij het toilet die hem vertelt dat de watertoevoer is afgesloten vanwege gebrek aan water -kwam ik ook achter- en dat hij emmers met water aansleept uit een tank. Terzijde vraagt hij om een kleine geldelijke bonus. Deze kennen wij hem toe vanwege dat ik mijn handen kan wassen m.b.v. het aangesleepte water. Na circa 1,5 uur rondgestruind te hebben, verlaten we het terrein met tempels. Even wat Internetten, water halen en dan terug naar het hotel. Het is ondertussen veel te warm om verder rond te fietsen. Bovendien is het stuur van de fiets amper vast te houden en op het zadel zitten is een ervaring op zich. De fiets lijkt nog warmer dan de omgevingstemperatuur. De rest van de middag hang ik bij het zwembad -met vele anderen van de groep- en ligt Erik op de hotelkamer. Het is hem te warm in de schaduw. Inmiddels zijn we meer op gemak dan op avontuur ingesteld. Dus eten in het hotel en daarna een cocktail. Niets om over te rouwen. Dinsdag, 22-4-2008 (dag 18)Midden in de nacht moet ik naar het toilet. Gelukkig vast. Maar dan .... oh dan .... gaan de sluizen open en stort -in enkele etappes- er een lading water uit. Best een beetje eng. En ook nog licht overgeven. Great, met net een reisdag voor de boeg. De oorzaak is in ieder geval snel duidelijk: een fles slecht water (de andere fles was overduidelijk slecht, dus die hebben we niet gedronken). Dat verklaart ook de enorme buik in de avond. Het water is niet door het lichaam opgenomen. Ook vandaag vertrekken we om 6.00 uur. Dit keer naar Varanasi. Het is de laatste busrit. De terugreis naar Delhi gaat per nachttrein. De rit voert ons door het echte platteland van India. Langs mooie vergezichten, door platte en heuvelachtige landschappen en levendige dorpjes. Minder fraai is het afval op straat en langs wegen. Tussendoor stoppen we voor een foto van koeienstront. Ja, kom er maar op. Het is ook niet zomaar koeienstront. Het zijn een soort ronde gedroogde schrijven die als brandstof worden gebruikt. In de namiddag arriveren we bij ons hotel. Daar begint deel II van mijn grote leegloop. De busrit heb ik gelukkig droog overleefd. Avondeten met de groep op het dakterras van het hotel. Matig buffet. Daarna snel naar bed met Margriet's wonderpil. Woensdag, 23-4-2008 (dag 19)De riksja's staan al klaar voor het hotel voor onze rit naar de heilige rivier Moeder Ganga, oftewel de Ganges. Wat is het heerlijk rustig op straat. Ongekend! Maar ook weer niet zo gek als je beseft dat het 5.00 uur is en de zon nog moet opkomen.
Na de prachtige boottocht is het tijd voor ontbijt op een dakterras van een backpakershotel. Om vervolgens door een gids door de steegjes nabij de belangrijkste crematieplek geleid te worden. Erg leuk. De crematieplek -die je niet mag fotograferen- is indrukwekkend. Er is net een crematie aan de gang, met bijbehorende ceremonie: het lijk wordt gewassen in de Ganga, daarna op een brandstapel gelegd en vervolgens loopt de -voor deze gelegenheid kaal geschoren- oudste zoon (i.g.v. de vader, de jongste zoon i.g.v. de moeder) vijf keer om de brandstapel heen en steekt deze dan aan. De verbranding duurt circa drie uur. Al die tijd blijven de (mannelijke) familieleden aanwezig (vrouwen zouden de ceremonie verstoren vanwege hun emoties). Aan het eind wordt door de zoon een onverbrand stuk lijk in de Ganga gedeponeerd (waar de honden soms mee aan de gang gaan, dat is prima hier). Om tenslotte achterwaarts een pot met Gangawater naar de brandstapel te gooien. De relatie met de overledene is nu verbroken. Iedereen loopt weg zonder nog om te kijken. Een Brahmaans priester geeft ons deze toelichting en vertelt ook over de drie sterfhuizen, waar arme oude mensen op hun dood wachten zodat ze alvast bij de Ganga zijn. En of wij een bijdrage willen leveren voor de aankoop van hout voor deze mensen. We doen het. Of het geld daar echt terecht komt, wie zal het zeggen. Het is goed zo. De tour eindigt natuurlijk bij het winkeltje van de gids. Een ruzie tussen enkele mensen in het 'hofje' waar de zaak zit. Niet zo gek als je ziet hoe beperkt de woonruimte is en hoe dicht je op de buren zit.
Tegen zonsondergang wederom met een bootje de Ganga op. Oh ja, hoe wordt je in 10 minuten 150 Roepies lichter? Door een uitgestoken hand van een vreemde aan te nemen die deze vervolgens gaat masseren. Daarna is de rest van je lijf aan de beurt. Tenminste, als je het toelaat, zoals ik. Aan het eind wordt dan je toegefluisterd wat andere toeristen er zoals voor hebben gegeven: 200, 300, 500. 'What do I owe you?' 500! Dacht het niet! Uiteindelijk 150 gegeven. Waarschijnlijk nog te veel. So what, het was goed. Terug naar het boottochtje. Nu zijn er circa veertien crematies aan de gang. Fascinerend om er zo dicht op te mogen zitten. Daarna met ons allen wat kaarsjes op het water uitzetten en afsluitend een religieuze ceremonie bijwonen. Mijn spiritualiteit komt weer bovendrijven. Afsluitend eten bij het Nepalese 'omaatje' van Margriet. Wow, wat een dag (tevens gezondheidstechnisch)! |
|