Nieuw Zeeland 2003
Door Marco de Bock.

[ << ] [ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ >> ]
Dag 11 (dinsdag, 14 januari)

De ochtend begint met een schitterende zon en een zalig ontbijt bij het leuke Thorps, waar we gisteren al hadden geluncht.

In de loop van de ochtend vertrekken we naar Wellington (de hoofdstad) voor onze overtocht naar het Zuidereiland. Tijdens de rit door een mooi landschap wisselen zon en regen elkaar af. Tijdens de lunchpauze vliegen de hagelstenen mij zelfs om de oren in het toilet van de lunchgelegenheid. Het raampje stond open.

Na aankomst in Wellington zo rond 16.00 uur gaan we met een aantal van de groep naar het Te Papa Pongarewa museum. Een museum met wisselende tentoonstellingen. Wij gaan voor die over de film 'Lord of the Rings'. Leuk om al die kostuums, maskers en maquettes te zien en om meer te weten te komen over hoe de film is gemaakt.

Samen met Adri, Jacqueline, Tjeerd eten we in een alleraardigst Grand Caf'. Diverse anderen van de groep eten bij Cayote. Tja, daar kun je overal eten. Eten zoals altijd heerlijk.

Dag 12 (woensdag, 15 januari)

's Ochtends gaan we met ons vieren (Tjeerd en Jacqueline) met de Cable Car naar de botanische tuinen. Van daaruit hebben we een mooi overzicht over de stad. We wandelen terug door delen van de tuinen. Verder lopen we wat door de stad en bezichtigen o.a. de oude kathedraal (die heel wat kleiner is dan het woord kathedraal suggereert). Schitterende ramen en prachtig houdsnijwerk.

In de namiddag is het tijd voor de tocht naar het Zuidereiland. Later dan de bedoeling was en niet met de Ferry - deze is veel te laat - maar met de veel snellere Linx. Reisleidster Linda heeft zo haar contacten, waardoor we zonder bijbetaling met de snellere boot mee mogen.

Het weer is ondertussen beter geworden. De zon schijnt weer. De intocht in de Malborough Sound van het Zuidereiland is dan ook magnifiek. Tussen hoge bergen voelt een mens zich nietig. Aansluitend gaan we met een nieuwe bus en chauffeur - Ken - op weg naar Nelson, onze eindbestemming voor vandaag. Daar eten we met ons allen in een - saai hoor - alleraardigste eetgelegenheid. Minder is dat zowel onder als tegenover ons hotel een karaoketent zit. Gelukkig helpen oordoppen.

Dag 13 (donderdag, 16 januari)

Zon. Veel zon. Eindelijk, echte zon. We gaan met zes anderen van ons reisgezelschap wandelen in het Abel Tasman National Park. Een schitterende wandeling door bossen, over bergen en langs de zee. Idyllische beelden wisselen elkaar af, mooi inhammen, prachtige stranden. De boottocht naar de plek waar de wandeling begint (Torrent Bay) is eveneens erg mooi. Zelfs de bustocht naar de plaats van vertrek van de boot (Kaiteriteri) is de moeite waard. Na de wandeling van zo een 3,5 uur hebben we nog een uurtje voor aan het strandje (Onetahuti Bay) waar we weer door de boot worden opgehaald. Heerlijk. De zee was lekker koel. Drie anderen van de groep zijn gaan kanoen. De rest is in Nelson gebleven. Iedereen geeft zich die dag vermaakt.

's Avonds zijn Erik en ik een keer met ons twee'n gaan eten. Vonden we gewoon eens leuk. Dit in een trendy eetgelegenheid, met oude scooters aan de muren opgehangen (verzin het maar).

Dag 14 (vrijdag, 17 januari)

De natuur in Nieuw-Zeeland is prachtig, maar niet alles is even ok. Zo heeft Nieuw-Zeeland te maken met wat 'ingevoerde' problemen. Bepaalde ingevoerde planten, onkruiden etc. bedreigen de oorspronkelijke natuur, dreigen deze te overwoekeren. Dit wordt bestreden met gif! Ook in het dierenrijk is het niet allemaal pais en vree. Ooit ingevoerde Opossums (buidelratten) zorgen voor enorme problemen. Ze hebben er nu zo een 80 miljoen en deze vreten veel vogeleieren op. Ook de Opossums worden bestreden met gif. De natuur is mooi, maar dieren zie je hier niet veel, behalve dode overreden Opossums, herten (voorheen een probleem, nu hertenfarms van gemaakt. Hert smaakt prima), koeien en schapen.

Nu weet ik weer waarom deze reizen altijd zo vermoeiend zijn. We gaan weer verder! Jan van Corrie heeft hier wat moeite mee. Alles gaat zo snel.

Greymouth is onze volgende bestemming. We rijden langs de Westkust. Ook de rainy coast genoemd. Dat valt dit keer zowaar mee. Het landschap waar we door heen rijden is adembenemend bij zo een 22 graden en afwisselend zon en bewolking. Mooie kuststroken en oude (goud)mijnwerkerstadjes wisselen elkaar af. Het bestaan in deze mooie streek is overigens wel zwaar. Geen industrie en dunbevolkt. Tussendoor stoppen we bij Cape Foulwind. Met de gemene wind valt het erg mee, of het moeten de stinkende zeehonden zijn. Het uitzicht valt niet mee. Zowaar enkele Keru's gezien (deze hebben wat weg van Kiwi-vogels). Tevens stops bij Pannenkoekrotsen (zand- en kalksteen bewerkt door zee en wind) en andere bezienswaardigheden.

Opvallend is de rust op de wegen. Slechts af een toe een auto. Naar Nieuw-Zeeland ge'migreerde Nederlanders hebben dan ook moeite met autorijden in Nederland.

's Avonds zitten we dit keer bij het echtpaar Gerda en Jan aan tafel. Eveneens boeiende mensen en daarmee gesprekken. Jan werkt bij de AIVD (BVD) - kan daar echter niet al teveel over vertellen - en Gerda werkt in de gezinsverzorging.

[ << ] [ 0 ] [ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [ 4 ] [ >> ]